Vol?
In het instructieve ‘Archeologie van Friesland’ van Jurjen M. Bos lees ik over de periode van de rendierjagers, zo’n 13.000 jaar geleden. Rendierjagers, zo vermeldt Bos, hadden een groot exploitatiegebied nodig om in elk seizoen voedsel te kunnen vergaren, ook in de slechtste jaren. “Per persoon moet gemiddeld gerekend worden op 100 vierkante kilometer. Druk zal het in Friesland dus niet zijn geweest.” Gegeven de oppervlakte van het huidige Friesland kunnen in die tijd niet veel meer dan veertig mensen in deze provincie hebben geleefd.
Dat ligt nu iets anders. Op de honderd vierkante kilometer die één prehistorische jager destijds nodig had, lopen en rijden nu 18.500 Friezen rond. Het is wat druk geworden, maar temidden van die duizenden buren zijn er vast wel een paar met wie een redelijk gesprek mogelijk is. Wat dat betreft had onze rendierjager minder keus.
De bevolkingsdruk is in de rest van Nederland trouwens aanzienlijk hoger. Wonen in Friesland 185 mensen op een vierkante kilometer, het gemiddelde voor Nederland ligt op 462, voor Zuid-Holland zelfs op 1.172. In stedelijke gebieden als New York wonen al snel 20.000 mensen of meer op een vierkante kilometer.
Nu kun je met cijfers van alles aantonen, bijvoorbeeld dat dichtbevolkte gebieden rijker zijn dan dunbevolkte. De bovenstaande rangorde in bevolkingsdichtheid (Friesland, Nederland, Zuid-Holland, New York) komt inderdaad overeen met een opklimming in inkomen per hoofd van de bevolking. Maar een dergelijke observatie wordt snel onderuit gehaald als je kijkt naar zeer dichtbevolkte, maar straatarme Aziatische steden als Calcutta en Dhaka. Wat het rijtje cijfers wel aantoont, is dat rijkdom en hoge bevolkingsdichtheid goed kunnen samengaan.
Wanneer is een land vol? Wanneer moet een land een einde maken aan de stroom van immigranten en asielzoekers? Economisch gezien is er zelden een argument de grenzen te sluiten. Het is in dit soort beschouwingen standaard geworden te verwijzen naar de zestiende-eeuwse instroom van Zuid-Nederlanders na de sluiting van de toegang tot Antwerpen. Die immigranten hebben met hun kennis en kapitaal een forse impuls aan de economische groei van Noord-Nederland gegeven.
Op dit moment kampen bijna alle westerse landen met een onevenwichtige bevolkingsopbouw. Het aantal ouderen neemt relatief snel toe. Een van de gevolgen is dat het draagvlak voor de AOW voortdurend kleiner wordt. In Nederland zijn verschillende maatregelen genomen om aan dit probleem het hoofd te bieden, maar het is de vraag of die voldoende zijn. Misschien móeten we wel terugvallen op immigratie om de vergrijzingsproblematiek te helpen oplossen. Er zijn altijd wel redenen te vinden zijn voor het plaatsen van het bordje ‘vol’ bij onze grenzen, het is echter niet eenvoudig daar economische argumenten voor te geven.
Economie in Beelden