Economie in Beelden



Schaar


Een schaar is een uiterst vernuftig stuk gereedschap. Of moeten we zeggen ‘stukken gereedschap’? De Engelsen spreken over ‘a pair of scissors’, het zijn immers twee schaarbladen die het werk moeten doen. Ook het Frans kent een dergelijke constructie. Het was de Engelse econoom Alfred Marshall (1842-1924) die de schaar boven het huis‑tuin‑en‑keuken niveau uittilde door van deze meervoudsvorm gebruik te maken.

Marshall piekerde al geruime tijd over het begrip 'waarde'. Veel van zijn negentiende-eeuwse voorgangers waren er vast van overtuigd dat een artikel waarde had (en dus voor een bepaalde prijs kon worden verkocht) omdat er kosten aan waren besteed. Een tafel was iets waard omdat er hout, lijm en arbeid in verwerkt waren. Marshall voelde veel voor dit standpunt, maar eigenlijk ook wel voor een geheel andere opvatting over waarde.

Iedere leraar krijgt regelmatig te maken met het vervelende geval van een leerling die vele uren aan een proefwerk heeft besteed, maar er toch niets van bakt. De tijd die de leerling over zijn boeken zit gebogen, is bepaald niet rechtevenredig met het cijfer dat hij krijgt. Een ander voorbeeld vinden we in het mooie verhaal van F.B. Hotz, Dood weermiddel, waarin de bouw van een fort kort na het gereedkomen overbodig bleek, omdat een nieuw ontworpen Duits geschut dwars door de toch imposante muren heen kon komen. Hoeveel vernuft, energie, arbeid en materiaal ook aan een artikel worden besteed, als niemand het hebben wil, is het waardeloos. Een standpunt waar Marshall niet zo gemakkelijk omheen kon.

In het victoriaanse Engeland zullen mannen niet regelmatig een schaar hebben vastgehouden. Marshall heeft de oplossing van het waardeprobleem wellicht gevonden, toen hij zijn vrouw of een dienstmeisje met een schaar in de weer zag. Waarom zou je star aan één bepaalde oplossing voor het waardeprobleem moeten vasthouden? Zoals beide schaarbladen nodig zijn voor het knippen, zo zijn soms twee schijnbaar tegengestelde opvattingen nodig om een probleem op te lossen.

En zo is het gekomen dat alle leerboeken na Marshall de prijzen laten bepalen door aanbod én vraag. Aanbod kan alleen maar plaatsvinden als een ondernemer kosten maakt. Hij moet immers van alles inkopen om een produkt te maken en hij moet bovendien zelf aan de slag of anderen inhuren. Vraag naar een produkt ontstaat pas als iemand het ook wil hebben, als het nuttig wordt gevonden.

Het ene schaarblad staat dus voor het aanbod. Hoe hoger de marktprijs is, hoe meer een producent van een produkt zal aanbieden. Het andere schaarblad symboliseert de vraag. Hoe hoger de prijs, hoe minder de consumenten ervan willen hebben. De waarde werd in de ogen van Marshall dus bepaald in eendrachtige samenwerking van vraag en aanbod.


Economie in Beelden