Rancune
In 1937 schreef Menno ter Braak ‘Het nationaalsocialisme als rancuneleer’. In dat essay plaatste hij de opkomst van het fascisme in de jaren dertig tegen de achtergrond van wijdverbreide gevoelens van rancune, ressentiment, twee termen die ongeveer hetzelfde betekenen en in de buurt van wrok, verbittering en misschien zelfs haat komen.
Waar komen die rancuneuze gevoelens vandaan? Volgens Ter Braak zijn die onlosmakelijk verbonden met de westerse gelijkheidsideologie. We prediken immers de gelijkheid als ideaal, maar in de praktijk komt er van die gelijkheid bitter weinig terecht. We mogen dan een verzameling gelijkwaardige individuen zijn, in de praktijk — om een sprong naar het heden te maken — nemen de maatschappelijke tegenstellingen overal in de westerse wereld toe. Rancune dus als reactie op een gevoel van maatschappelijke minderwaardigheid. “Waarom hij wel en ik niet?”
Daar komt nog een ander element bij. Er is een tijd geweest, ruwweg van 1950 tot midden jaren tachtig, dat de collectiviteit zich bekommerde om het individu. Het waren de hoogtijdagen van de verzorgingsstaat. Daarna stak een frisse kapitalistische wind op. We maakten kennis met begrippen als 'hervormingen' en ‘participatiemaatschappij’. Wat die begrippen ook mochten betekenen, het beleid ging zonder mankeren richting “zoek het zelf uit”.
Vanaf de jaren tachtig heeft de publieke sector ten opzichte van het nationaal product een derde van zijn omvang verloren. Dat is vooral ten koste gegaan van de sociale zekerheid. Wat je daar ook van mag vinden, als tegelijkertijd aan de bovenkant van de maatschappelijke hiërarchie de geldpot weer onbekommerd wordt aangesproken, kon daar wel eens een belangrijke verklaring liggen voor de toegenomen rancunegevoelens. Zo gezien heeft de op het minimum levende, werkloze fabrieksarbeider uit een Noord-Engelse industriestad niet zozeer tegen Europa en voor een Brexit gestemd, hij heeft gewoon tegen gestemd.
Populistische politieke partijen, gevoed door de rancune, hebben goed begrepen dat je van de sociale zekerheid moet afblijven. Dat zou een les voor het politieke establishment kunnen zijn: ga nadenken over een manier waarop je de mensen een gevoel van sociale veiligheid kunt teruggeven.
Mini-essays