Actuele Beschouwingen



Overvloed en onbehagen



23 september 2017


In zijn befaamde Overvloed en onbehagen schetst Simon Schama het ongemak waarmee veel Nederlanders in de zeventiende eeuw hun alsmaar toenemende rijkdom tegemoet traden. Schama laat zijn boek dan ook voorafgaan door een citaat van Johannes Calvijn: “Laten zij die overvloed hebben eraan denken dat ze zijn omgeven met doornen, en laten ze goed oppassen dat ze er niet door geprikt worden.”

De geest van Calvijn waart nog steeds door onze moerasdelta. We mogen dan economisch gezien de wind weer in de zeilen hebben, we moeten vooral niet denken dat we daarvan kunnen profiteren. Twee voorbeelden van calvinistische economiebeoefening zijn de discussie rond het overheidssaldo en de kwestie van de pensioenen.

De formatieonderhandelaars van VVD, CDA, D66 en CU begonnen een aantal maanden geleden welgemoed aan hun taak. De overheidsfinanciën laten, na jaren van tekorten, weer een overschot zien. Ook de overheidsschuld duikt ruim onder het door Brussel voorgeschreven plafond. Er zijn dus de nodige miljarden te verdelen. Dacht men, totdat het Centraal Planbureau (CPB) de onderhandelaars weer met beide benen op de grond zette: de overheid mag dan een prettig overschot hebben, het zogenaamde houdbaarheidssaldo ziet er veel minder rooskleurig uit.

Het houdbaarheidssaldo kijkt naar de lange termijn. Zijn in 2060 de uitgaven voor bijvoorbeeld zorg en sociale zekerheid nog wel op te brengen? Je kunt je echter afvragen of een vooruitblik op een dergelijk lange termijn wel zinvol is. Daarbij komt dat het voorspellend vermogen van het CPB niet indrukwekkend is gebleken. Laten we ons liever spiegelen aan een befaamde uitdrukking van de Engelse econoom John Maynard Keynes: In the long run we’re all dead.

Een tweede voorbeeld van Calvijns misantropische invloed heeft betrekking op de pensioenfondsen. De fondsen doen het uitstekend en maken de laatste jaren prima rendementen. Ze zijn echter gedwongen door de toezichthouder, De Nederlandsche Bank, een bepaalde methode te hanteren om hun zogenaamde dekkingsgraad te berekenen. Die methode werkt met een rekenrente van 1,3 procent, terwijl de werkelijke rendementen al jaren aanzienlijk hoger liggen. Je kunt maar beter aan de veilige kant blijven, aldus Calvijn vanuit het zestiende-eeuwse Genève. In een artikel in de NRC van Bernard van Praag en Han de Jong betreft het hier een ongekend staaltje van jezelf arm rekenen.

Natuurlijk, we moeten het geld niet over de balk smijten. Maar je kunt in je voorzichtigheid ook overdrijven. Graag wat minder Calvijn en wat meer Keynes.


Actuele Beschouwingen