Economie in Beelden



Onderkant


U kent wellicht het enigszins ontmoedigende ‘Peter-principle’. De Amerikaanse organisatiedeskundige Laurence Peter stelde vast dat in een hiërarchische organisatie vrijwel iedereen op de verkeerde plek zit. Als je goed bent in je werk, maak je steeds promotie. Dat houdt op als je een functie hebt bereikt waarin je minder goed functioneert. Het komt erop neer dat iemand in veel gevallen ofwel onderweg is naar een geschikte functie ofwel is vastgelopen in een te hoog gegrepen functie.

Een Nijmeegse hoogleraar maakte enige tijd geleden gewag van een soort omgekeerd Peter-principle, niet voor de doorstroming binnen een bureaucratische organisatie, maar voor de samenleving als geheel. In Nederland zit zo langzamerhand iedereen wel op de goede plek, zo betoogde de hoogleraar, en als dat een plek aan de onderkant van de maatschappelijke ladder is, dan hoor je daar waarschijnlijk ook thuis.

Er was een tijd dat er een reserve aan verborgen talent bestond. In de jaren zestig werd de Leidse hoogleraar F. van Heek getroffen door het verschijnsel dat kinderen uit lagere milieu’s een aanzienlijk geringere kans maakten door te stromen naar hogere vormen van onderwijs dan leerlingen die uit meer gefortuneerde gezinnen afkomstig waren. In zijn befaamd geworden studie ‘Het verborgen talent’ maakte Van Heek aannemelijk dat leerlingen uit lagere sociale milieu’s met de juiste - al dan niet financiële - stimulans meer kans zouden maken hogere maatschappelijke posities te bereiken.

Die stimulans is er gekomen. Zo effectief zelfs, dat veertig jaar later de reserve aan verborgen talent zo goed als uitgeput is geraakt. Wellicht is er onder allochtonen nog ongebruikt talent, maar daarmee houdt het wel op. Als je je nu nog aan de onderkant van de maatschappelijke ladder bevindt, zit je daar terecht en kom je er vermoedelijk niet meer vandaan. De toegankelijkheid van het onderwijs en de openheid van de Nederlandse samenleving zorgen er voor dat ieders capaciteiten tot hun recht komen, ongeacht de maatschappelijke afkomst.

Naast deze stagnatie van de maatschappelijke doorstroming is er een andere ontwikkeling gaande, namelijk een toename van de inkomensverschillen. Vanaf ongeveer 1980, toen de vrijemarkteconomie de wind weer vol in de zeilen kreeg en de overheid zich terug ging trekken, heeft zich een denivellering van enige omvang voorgedaan. Wat zich nu aftekent is een inkomensgebouw waarvan de onderste verdiepingen steeds drukker bevolkt raken en waarin het bovendien steeds moeilijker wordt hoger gelegen verdiepingen te bereiken. Er lijkt zich dus een soort kansloze onderklasse te gaan vormen. De Duitse filosoof en econoom Karl Marx (1818-1883) zou zonder twijfel zeggen dat hij, weliswaar enigszins vertraagd, toch gelijk heeft gekregen.


Economie in Beelden