Actuele Beschouwingen



Marktfalen



26 augustus 2017

Wie een leerboek economie doorbladert, komt op een gegeven moment de term ‘marktfalen’ tegen. Het idee is dat markten niet altijd naar behoren werken en dat daarom de overheid dient in te grijpen. Dus: in principe doen markten het werk en pas als markten falen, is de overheid aan de beurt. Een degelijk liberaal standpunt.

Toch is de praktijk buiten de leerboeken om heel wat minder liberaal. Je krijgt de indruk dat marktfalen de regel is. Er is vrijwel geen markt die niet is ingebed in een geheel van heffingen en regelgeving. Om te beginnen is er de btw-heffing. Uitvaartondernemers zijn ervan vrijgesteld, over de aankoop van een boek betaalt u 6 procent en over de meeste andere producten 21 procent. Verder is er de accijnsheffing, geheven over schadelijk geachte producten als tabak en alcohol.

Dan is er per sector specifieke regelgeving. Niemand mag zich zomaar arts of advocaat noemen. Het vervoer en de slacht van dieren is aan zeer specifieke regels gebonden. En vraag een aannemer maar eens naar de regels bij het bouwen van een woning. Als er fipronil in eieren blijkt te zitten, worden de aanstichters weliswaar gearresteerd, maar de discussie concentreert zich vervolgens rond de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit, die kennelijk onvoldoende toezicht heeft gehouden.

De fipronil-kwestie laat trouwens zien dat het systeem van collectief wantrouwen dat we hebben opgebouwd wel degelijk nodig is. Markten zijn abstracte structuren, maar het zijn mensen die ze bevolken. En mensen hebben sterk de neiging te streven naar eigenbelang. Economen hebben, terecht, altijd beweerd dat het streven naar eigenbelang juist het sterke punt is van het kapitalisme. De bakker bakt geen brood uit liefdadigheid, maar uit welbegrepen eigenbelang, zei Adam Smith al in de achttiende eeuw.

Aan de andere kant is juist het streven naar eigenbelang een belangrijke bron van marktfalen. Het kan op allerlei manieren fout gaan. Een ondoorzichtige variant: in de aanloop naar de kredietcrisis van 2008 zijn complexe financiële producten bedacht die niemand meer begreep. Toen bleek dat een aantal van die producten waardeloos waren, naderde de economie de rand van de afgrond. Het kan ook eenvoudiger: je kunt paardenvlees verkopen alsof het rundvlees is.

De conclusie is dat de uitdrukking ‘vrijemarkteconomie’ de praktijk bepaald niet dekt en dat dat we daar niet rouwig om hoeven te zijn. Kennelijk werkt het kapitalisme het best als de scherpe kantjes ervan af worden gehaald.


Actuele Beschouwingen