Actuele Beschouwingen



Iets te degelijk?



28 oktober 2017


Heeft het scheidende kabinet de afgelopen vier jaar een beetje behoorlijk op de winkel gepast? Met ‘winkel’ bedoel ik hier de publieke sector en de financiering ervan.

Om met de laatste te beginnen: financieel heeft het kabinet een beleid gevoerd zoals het een goed huisvader betaamt. Toen het kabinet aantrad in 2013 bestond er een begrotingstekort van 2,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Bij zijn afscheid laat minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem een overschot van 0,8 procent van het bbp achter. Ook de staatsschuld — officieel: EMU-schuld — is teruggedrongen, van 67 naar 57 procent van het bbp. Nederland voldoet nu aan alle EMU-regels.

Weliswaar had het kabinet de wind in de zeilen. Vooral de afgelopen drie jaar vertoonde de economie groeicijfers die we lang niet hebben gezien. Toch heeft het kabinet financieel een degelijk beleid gevoerd. Misschien iets te degelijk?

Het valt moeilijk te missen dat er in de publieke sector het een en ander kraakt. In het onderwijs loopt het de leraren over de schoenen, defensie moet het doen met versleten spullen of zelfs zonder spullen, politie en justitie zijn stelselmatig onderbezet — om enkele in het oog lopende problemen te noemen. Heeft Nederland zijn publieke sector kort gehouden omdat Dijsselbloem als voorzitter van de eurogroep roomser dan de paus moest zijn?

Er is de afgelopen vier jaar inderdaad fors gesneden in de publieke sector. De zogenaamde collectieve uitgaven zijn afgenomen van 47 naar 43 procent van het bbp. Het gaat dan om enkele tientallen miljarden euro’s op jaarbasis. Ook de inkomsten zijn teruggelopen, maar lang niet zo fors als de uitgaven. Dat verklaart het begrotingsoverschot in 2017.

Nu is een overschot op de begroting van de publieke sector bepaald niet nodig. Evenals Duitsland heeft Nederland een groot overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans: we exporteren meer dan we importeren. Volgens de macro-economische boekhouding betekent dat een spaaroverschot: onze inkomsten zijn groter dan onze uitgaven. Een tekort van de overheid kan dat spaaroverschot min of meer compenseren.

Ter vergoelijking van het afscheidnemende kabinet moet dan weer gezegd worden dat een overschot niet in de planning zat, maar het gevolg is geweest van een onverwacht sterke economische groei. Toen het kabinet aantrad was er nog sprake van economische krimp. Kun je je achteraf afvragen of het snijden in de publieke sector op deze schaal nodig was geweest, gezien de beroerde omstandigheden in 2013 kan de vertrekkende regeringsploeg veel vergeven worden.


Actuele Beschouwingen