Mini-essays



Hemels Mandaat


In het oude China bestond het zogenaamde Hemels Mandaat. ‘De Hemel’ machtigde de keizer tot onbeperkte, zeg maar dictatoriale, bevoegdheden. Zolang de keizer er geen rommeltje van maakte, was er niets aan de hand. Maar als hij zijn werk slecht deed, had de bevolking het recht in opstand te komen en een andere keizer te installeren.

In landen als Turkije en Rusland lijkt een dergelijk systeem te bestaan. Erdogan en Poetin krijgen vrijwel onbeperkte bevoegdheden, op voorwaarde dat ze stabiliteit, internationaal aanzien en, als het kan, enige welvaart brengen.

Kennen ook de westerse landen een variant van het Hemels Mandaat? Wij worden geregeerd door een tamelijk ingewikkeld systeem, moeilijk aan niet-westerlingen uit te leggen. Het betreft een combinatie van kapitalisme en democratie. Het hart van het systeem bestaat uit min of meer vrije markten. Daar waar markten het laten liggen (de markt produceert geen dijken), grijpt een democratisch gekozen overheid in.

Het kapitalisme is een systeem gebaseerd op het najagen van het eigenbelang. Nu verschillen mensen nogal. Slimme, handige of mooie mensen verdienen meer dan anderen. Er ontstaan dan ook grote verschillen. We accepteren dat enkelingen vermogens van enkele miljarden euro’s kunnen opbouwen en dat daarnaast velen van een bijstanduitkering van nog geen € 1000 per maand (voor een alleenstaande) moeten rondkomen. Een bewoner van een verre planeet moet dit soort verschillen rijkelijk absurd voorkomen. Maar als het kapitalisme zijn werk naar behoren doet, zijn zijn 'onderdanen' kennelijk bereid die verschillen voor lief te nemen.

Is het niettemin denkbaar dat het kapitalisme zijn mandaat verliest? Ik denk dat we bereid zijn grote verschillen te accepteren zolang we er zelf niet op achteruit gaan. Tot nu toe is dat voor de meeste burgers nog niet gebeurd. Maar blijft dat zo?

De productiefactor arbeid zit de afgelopen tijd nogal in de verdrukking. Overal in de westerse wereld is het aandeel van de lonen in het bruto binnenlands product gezakt van zo’n 85 procent aan het begin van de jaren tachtig tot iets boven de 70 procent nu. De reële gezinsinkomens zijn de afgelopen decennia niet of nauwelijks gestegen. De economische groei is dan ook niet bij gezinnen en collectieve voorzieningen terecht gekomen, maar vooral bij de factor kapitaal. Als deze tendens ertoe leidt dat grote groepen huishoudens er daadwerkelijk op achteruit gaan, kon het kapitalisme zijn mandaat wel eens kwijt raken.



Mini-essays