Evenwicht
Dit stukje gaat over soorten evenwicht. Stelt u zich eerst een knikker voor die in een kopje ligt. In gedachten geeft u een tik tegen het kopje — zorg ervoor dat het kopje niet omvalt — en u ziet dat de knikker vervolgens boos heen en weer begint te rollen. Na enige tijd echter keert de rust terug en hervindt de knikker zijn evenwicht. Het evenwicht is kennelijk stabiel. Stelt u zich nu een knikker voor die op een omgekeerd kopje ligt. Het behoeft weinig toelichting dat een flinke tik tegen het kopje de knikker op de tafel doet belanden. In elk geval keert de knikker uit zichzelf niet meer terug naar zijn oude evenwicht. Kennelijk was dat oude evenwicht labiel.
Economen denken nogal eens in termen van evenwicht. Sterker nog, in negen van de tien gevallen speelt het verschijnsel evenwicht de hoofdrol. Het duidelijkst is dat bij het zogenaamde marktevenwicht. Als er al geen evenwicht tussen vraag en aanbod is, dan komt het er wel. En onuitgesproken wordt evenwicht ook als iets begerenswaardigs gezien. Als de prijs te hoog ligt, zoals op de markt voor sommige Europese landbouwproducten, ontstaan er overschotten. Ligt de prijs te laag, zoals in de voormalige Sowjet-Unie vaak het geval was, dan vormen zich lange rijen voor de winkels.
Er zijn ook economen die nauwelijks in het bestaan van evenwichten geloven. Misschien dat er een — typische economenuitdrukking — ‘tendens tot evenwicht’ is, maar dat er op een bepaalde markt op een bepaald tijdstip evenwicht bestaat, is eigenlijk stom toevallig. In feite zijn markten in hun zoektocht naar evenwicht voortdurend uit balans. Deze gedachte levert natuurlijk wel een heel ander wereldbeeld op dan de harmonieuze kijk van de evenwichtsdenkers. Overigens heb je in de beste families optimisten en pessimisten.
De vraag die door bovenstaande beschouwing wordt opgeroepen, luidt natuurlijk: als de economie door een of andere gebeurtenis uit het lood raakt, keert het evenwicht dan weer uit zichzelf terug of vervallen we in chaos? Misschien is dit wel de belangrijkste vraag die economen zich hebben gesteld. Het is dan ook teleurstellend te moeten vaststellen dat nu juist over het antwoord op deze vraag economen van mening verschillen. Het gaat in feite om de aloude vraag of het kapitalisme in zichzelf stabiel is. Het antwoord op deze vraag is belangrijk. Aan een stabiel evenwicht hoef je weinig te doen, maar chaos vraagt om overheidssturing. Zolang economen echter over deze kwestie van mening blijven verschillen, zijn het vooral politieke voorkeuren die de hoofdrol blijven vervullen.
Economie in Beelden