Drie-zes-drie
Van de drie-zes-drie-regel had ik nog nooit gehoord, maar ik ben dan ook van na de oorlog. In de jaren twintig, de ‘roaring twenties’, hadden de banken het wat te dol gemaakt met nieuwe financiële producten en de bijbehorende speculatie. In de jaren dertig betaalde de economie daar de tol voor met een diepe crisis en nog nooit vertoonde werkloosheidscijfers.
In het sobere decennium volgend op de crash van 1929 diende bankieren weer eenvoudig en overzichtelijk te worden. Enigszins gekscherend werd gezegd dat banken zich aan de drie-zes-drie-regel dienden te houden: banken geven spaarders drie procent rente en lenen weer uit tegen zes procent. Vervolgens zorgen de bankiers ervoor dat ze om drie uur 's middags op de golfbaan staan.
Momenteel wordt rond de banken eenzelfde soort discussie gevoerd. Algemeen wordt de oorzaak van de huidige crisis immers in het bankwezen gezocht. Banken zijn te groot, zetten producten in elkaar die niemand begrijpt en geven hun medewerkers de verkeerde prikkels via een bonussysteem. Banken moeten daarom kleiner, overzichtelijker worden en de bonussen moeten verdwijnen.
Er is in Nederland de laatste jaren zeker wel iets in die richting gebeurd. ING bijvoorbeeld heeft bij monde van topman Jan Hommen verklaard geen extreme risico's meer te willen nemen. En dezelfde bank is door verkoop van een aantal onderdelen veel kleiner geworden. Voor ABN Amro geldt — noodgedwongen overigens — hetzelfde. De Rabobank heeft als één van de weinige Europese banken (bijna) alle bonussen afgeschaft. En verder zijn banken gedwongen grotere kapitaalbuffers aan te houden. Allemaal stappen in de goede richting.
Toch blijft met name de omvang van de banken problematisch; ze zijn nog steeds too big to fail. Bankieren op een steeds grotere schaal levert vaak kostenvoordelen op. Maar op een bepaald moment slaat het schaalvoordeel om in een schaalnadeel. Het management weet nauwelijks nog wat er op de ‘werkvloer’ gebeurt en heeft te weinig inzicht in allerlei ingewikkelde financiële producten. Daar komt bij dat omvallende systeembanken door hun omvang nauwelijks meer te redden zijn.
Ik kom weinig op de golfbaan, maar ik vermoed dat ik daar om drie uur 's middags weinig bankiers zal aantreffen. Ik geloof er niet in dat bankiers rond die tijd plannen aan het maken zijn om de samenleving te ontwrichten. Maar bankiers maken wel deel uit van een systeem. Gelukkig is dat systeem aan het veranderen, maar het tempo van die veranderingen zou nog wel wat opgevoerd kunnen worden.
Mini-essays