Actuele Beschouwingen



Dekkingsgraad



18 maart 2017

Kunnen, nu het economisch gezien beter gaat, ook de pensioenen van het herstel profiteren? Dat is gegeven de huidige regels zeer twijfelachtig. De pensioenfondsen hebben te maken met een strenge toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB), die de fondsen een minimale dekkingsgraad oplegt.

De dekkingsgraad is de verhouding tussen twee zaken. In de eerste plaats het door premies opgebouwde vermogen, dat vooral in obligaties, aandelen en onroerend goed is belegd. In de tweede plaats de pensioenuitkeringen aan de leden. Punt is dat die uitkeringen in de toekomst plaatsvinden. DNB schrijft een zogenaamde rekenrente voor om toekomstige uitkeringen naar het heden om te rekenen en ze zo vergelijkbaar te maken met het huidige belegde vermogen. In economenjargon: de toekomstige uitkeringen moeten contant gemaakt worden.

Deze rekenrente is de laatste jaren voortdurend gedaald. Een dalende rente betekent dat je nu meer opgebouwd vermogen nodig hebt om aan je toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Een dalende rekenrente bij een gelijkblijvend vermogen betekent dus een afnemende dekkingsgraad.

Nu is de dekkingsgraad van de meeste pensioenfondsen de laatste tijd wel verbeterd. Die van het grootste fonds, het ABP, ligt nu rond de 100 procent. Te weinig overigens in de ogen van de toezichthouder. Die eist een ondergrens van 105 procent. De stijging van de dekkingsgraad is uitsluitend te danken aan een beter beleggingsresultaat. De aandelenmarkten bijvoorbeeld doen het goed de laatste tijd. Toch moeten de gepensioneerden zich niet bij voorbaat rijk rekenen. De reden daarvoor is de manier waarop de de voorgeschreven rekenrente wordt berekend.

De kans dat de rente op de kapitaalmarkt binnenkort gaat stijgen is reëel. Maar daar hebben gepensioneerden voorlopig weinig aan. Zoals Erik Nienhuis op de economensite MeJudice onlangs opmerkte: de rekenrente wordt namelijk vastgesteld als een voortschrijdend tienjaarsgemiddelde van de rente op de kapitaalmarkt. Rentestijgingen in de nabije toekomst leggen dan weinig gewicht in de schaal. Pas na een lange periode rentestijgingen gaat de rekenrente ook omhoog. Voorlopig hebben we te maken met de last van het verleden: een lange periode van rentedalingen zorgt ervoor dat de rekenrente voorlopig blijft dalen, ook als de kapitaalmarktrente gaat stijgen.

De enige hoop op een stijgende dekkingsgraad en dus op hogere pensioenen ligt in een beter beleggingsresultaat. Maar aandelenkoersen blijven niet eeuwig stijgen. Maken de koersen pas op de plaats en blijft de rekenrente dalen, dan gaat de dekkingsgraad weer onderuit. Of moeten we nadenken over een andere methode om de dekkingsgraad te berekenen?


Actuele Beschouwingen