De tirannie van verdienste
Michael J. Sandel
De Amerikaan Michael J. Sandel is een interessant auteur. Hij houdt zich met name bezig met de ethische kant van de economie. In zijn eerder uitgegeven boek Niet alles is te koop komt hij bijvoorbeeld met een aantal morele bedenkingen tegen een ongebreideld marktmechanisme. Zo verkocht de kerk al in de middeleeuwen ‘aflaten’, waarmee de vergeving van je zonden kon worden afgekocht. Tegenwoordig zijn er Amerikaanse artsen die rijke klanten tegen een stevige vergoeding hun mobiele nummer geven. Rijke Chinezen huren iemand in die urenlang voor ze in de rij gaat staan om een afspraak met een medisch specialist te maken. Sandel stelt daar kritische vragen bij.
Ook zijn nieuwste boek, De tirannie van verdienste, heeft een sterk ethische inslag. Het onderwerp is de meritocratie, een systeem waarin verdienste (merit) de sociale hiërarchie bepaalt. Bij verdienste denkt Sandel vooral aan talent en onderwijsprestaties. Getalenteerde en intelligente burgers komen bovendrijven en vormen een nieuwe elite.
Die nieuwe elite moest de oude vervangen. Tot ver in de twintigste eeuw was er, met name in de Europese landen, sprake van een standensamenleving. Als je in het juiste milieu geboren werd, was je vermogend, kreeg je een goede opleiding en was je plek in de samenleving verzekerd. Al in de negentiende eeuw begonnen socialistische activisten tegen deze, in hun ogen, onrechtvaardige situatie te protesteren. Had niet iedereen evenveel recht op goede maatschappelijke perspectieven? Die waren toch niet voorbehouden aan degenen die toevallig in het juiste milieu geboren waren?
De term ‘meritocratie’ is bedacht door de Britse socioloog Michael Young. In zijn boek De opkomst van de meritocratie uit 1958 keek Young vanuit het jaar 2034 terug op de ontwikkelingen in de Britse samenleving en erg optimistisch werd hij er niet van. De goed bedoelde aanval op de standensamenleving moest iedereen gelijke kansen geven. Maar talent en IQ zijn nu eenmaal, net als de standen van weleer, niet gelijk over de mensen verdeeld. En zo werd de ene hiërarchie vervangen door de andere.
De tirannie van verdienste is vooral gericht op de Amerikaanse samenleving. De voorbeelden die Sandel geeft, zoals over de toenemende inkomenskloof en het tamelijk meedogenloze onderwijssysteem, zijn goeddeels Amerikaans, hoewel hij ook wel Europese voorbeelden geeft. Maar er is geen argument te bedenken waarom de ontwikkelingen die Sandel schetst niet ook op alle westerse samenlevingen betrekking kunnen hebben. Het beeld is dat van een toenemende tweedeling tussen een geprivilegieerde, vaak academisch opgeleide bovenklasse en een klasse van minder fortuinlijke, doorgaans lager opgeleide werknemers.
Die tweedeling laat zich duidelijk zien in de inkomensverdeling. De economische groei in de VS sinds 1980 is vooral naar de bovenste 10 procent gegaan. De onderste helft is de afgelopen veertig jaar reëel gezien stil blijven staan. Het gevolg is dat de bovenste 1 procent er met 20 procent van het inkomen vandoor gaat, de onderste helft ontvangt 12 procent van het totale inkomen. Voor Europa geeft Sandel vergelijkbare, overigens minder droevige cijfers.
Maar verreweg het voornaamste punt dat de ethicus Sandel wil maken, heeft niet zozeer betrekking op de uit het lood geslagen inkomens- en vermogensverdeling, maar op de houding van de winners ten opzichte van de losers. De VS zijn het land van gelijke kansen. You can make it if you try. Als je die kansen niet wenst te benutten, moet je niet zeuren. Omgekeerd hebben de winners hun succes aan zichzelf te danken. Het resultaat is dat de bovenklasse met het nodige dedain neerkijkt op de minder fortuinlijke klasse. Sandel constateert een absoluut gebrek aan respect bij de bovenklasse voor mensen die weinig opleiding hebben en eenvoudig werk doen.
Sandel legt er de nadruk op dat arbeid niet alleen maar een productiefactor is. Arbeid is een manier om een zinvolle bijdrage te leveren aan de samenleving. En je wilt dat die bijdrage, hoe eenvoudig ook, als zodanig erkend en gewaardeerd wordt. Er is echter een grote groep mensen, ruwweg de 70 miljoen kiezers die op Donald Trump hebben gestemd, die zich niet gewaardeerd voelt. Ze wensen niet langer gezien te worden als trailer trash in flyover states. En wat te denken van de neerbuigende opmerking van Hillary Clinton vier jaar geleden, dat Trump-stemmers eigenlijk allemaal deplorables zijn, sneue, betreurenswaardige figuren?
Het idee dat je zelf verantwoordelijk bent voor succes of falen miskent een eenvoudige en nauwelijks over het hoofd te ziene waarheid, namelijk dat verdienste voor een groot deel toeval is. Intelligentie is goeddeels erfelijk en niet iedereen kan een topvoetballer worden. Daar komt bij dat rijke ouders allerlei manieren hebben om hun kinderen goed voor de dag te laten komen, zoals het regelen van extra lessen. Je kunt het ook illegaal proberen, zoals de actrice Felicity Huffman onlangs deed, die haar dochter probeerde ‘in te kopen’ op een universiteit.
Sandel besteedt veel aandacht aan de rol van het onderwijs, door hem de sorteermachine genoemd. In het bijzonder de universiteiten houden de ongelijkheid in stand. Zonder een universitair diploma ben je immers nergens. Studenten uit de top 1 procent van het inkomensgebouw zijn oververtegenwoordigd. Jongeren uit de onderste helft zijn vaak kansloos, zeker bij de prestigieuze Ivy Laegue-universtiteiten. Niet alleen hebben studenten uit gefortuneerde kringen vaak een betere uitgangspositie, hun ouders, niet zelden alumni van dezelfde universiteiten, doen vaak royale schenkingen en wijs hun kinderen dan maar eens af.
Sandel schetst een helder beeld van de ontstane situatie. Geeft hij ook oplossingen? Probleem daarbij is dat een meritocratie onvermijdelijk is. De één is nu eenmaal slimmer, vaardiger, mooier, gedisciplineerder dan de ander. Hij zoekt een uitweg in een andere mentaliteit van de bovenklasse, een houding van meer respect voor mensen die eenvoudig werk doen. Daarnaast pleit hij voor een systeem van loting om de toegang tot universiteiten eerlijker te laten verlopen.
De tirannie van verdienste is een zeer leesbaar, met veel vaart geschreven boek. Het is zeker een eyeopener als het gaat om de bijna onoplosbare tegenstelling die de VS momenteel in haar greep houdt. En ook West-Europeanen zullen veel herkenbaars in Sandels analyse tegenkomen. Wel is hij tamelijk uitvoerig en soms bekroop me het idee dat hetzelfde punt in de helft van het aantal pagina’s gemaakt had kunnen worden. Voor wie in het kort (acht minuten) een goede, maar niet meer dan een eerste, indruk van het boek wil krijgen, beveel ik een YouTube-video aan. Daarin stelt Sandel op heldere en indrukwekkende wijze de voornaamste punten uit zijn boek aan de orde.
Recensies