25 Grote Economen



Carl Menger





Het leven van Carl Menger is nauwelijks spectaculair te noemen. Hij werd in 1840 geboren in Galicië, tegenwoordig het zuiden van Polen, destijds deel uitmakend van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Hij studeerde rechten in Krakau (dat in Galicië ligt), Praag en Wenen. Toen hij 27 jaar oud was, begon hij zich in de economie te verdiepen, wellicht omdat hij voor een Wener krant verslag deed van het wel en wee van de aandelenmarkten.

Geheel in lijn met de familietraditie aanvaardde hij een baan als ambtenaar. Intussen ging hij door met zijn economiestudies, om op 31-jarige leeftijd zijn Grundsätze der Volkswirtschaftslehre te publiceren, dat de aanzet vormde tot de ontwikkeling van de zogenaamde Oostenrijkse School.

Deze nieuwe richting zette de klassieke waardetheorie op zijn kop en was dus op z'n minst revolutionair te noemen. Voor de klassieke economen — Adam Smith, Thomas Robert Maltus, David Ricardo en in dit opzicht ook Karl Marx — had een product waarde omdat er arbeid aan was besteed. Het was een benadering van het begrip waarde vanuit de aanbodkant. Menger draaide de zaak om en bekeek waarde vanuit de vraagzijde. Een product heeft uitsluitend waarde omdat mensen menen dat ze het betreffende goed nodig hebben. Er kan nog zo veel arbeid aan een product zijn besteed, als niemand het hebben wil is het waardeloos in de letterlijke betekenis van het woord.

‘Waarde’ was in Mengers ogen subjectief, bestond in de menselijke geest, terwijl voor de klassieke economen waarde een objectief gegeven was, namelijk bepaald door de hoeveelheid arbeid die eraan was besteed.

Mengers Grundsätze was zeker geen onmiddellijk succes. Toch opende het de weg naar een ‘privaatdocentschap’ in Wenen, waar hij erin slaagde enkele mensen warm te krijgen voor zijn theorieën. Zoals Eugen von Böhm-Bawerk en Friedrich von Wieser, die, samen met Menger zelf, tot de Oostenrijkse School worden gerekend.

Langzaam maar zeker begon Menger naam te maken. Een min of meer officiële erkenning was zijn benoeming in 1876 als privé-docent van kroonprins Rudolf. In 1883 publiceerde Menger Untersuchungen über die Methode der Sozialwissenschaften und der politischen Oekonomie insbesondere. Hij maakte daarin een scherp onderscheid tussen de economie als theoretische wetenschap aan de ene kant en de economische geschiedenis en statistiek aan de andere kant. Hij maakte kortom duidelijk onderscheid tussen theorie en empirie. Dit viel niet in goede aarde bij de Duitse econoom Gustav Schmoller, voor wie de economie vooral een historisch fenomeen was. Zo begon de zogenaamde Methodenstreit, die af en toe nogal heftige trekjes vertoonde.

Voor ons is de scherpe tegenstelling tussen theorie (of deductie) en geschiedenis (of inductie) niet altijd even gemakkelijk te begrijpen. Wij zijn geneigd beide hun waarde toe te kennen. Een instelling als het Centraal Planbueau bijvoorbeeld vult haar theoretische modellen met empirisch verkregen materiaal.

De Methodenstreit begon uiteindelijk nogal persoonlijke trekken te vertonen. Het eindigde ermee dat de leden van de Historische School, zoals de stroming waarvan Schmoller deel uitmaakte doorgaans wordt genoemd, Oostenrijkse economen van Duitse universiteiten gingen weren. De Duitse wetenschapsbeoefening heeft daarvan waarschijnlijk meer schade ondervonden dan de Oostenrijkse.

Menger heeft in de jaren negentig van de vorige eeuw nog een aantal artikelen over monetaire problemen geschreven. Hij stierf in 1921.



 Voorpagina