Bloedsomloop
Dat het bloed door ons lichaam circuleert, is een algemeen bekend feit. Toch heeft het nog een hele tijd geduurd voordat een min of meer duidelijk beeld van de bloedsomloop ontstond. De oude Grieken waren al buitengewoon nieuwsgierig naar het menselijk lichaam, toch duurde het nog vele eeuwen voordat de Engelsman William Harvey (1578-1657) op het idee van de gesloten bloedsomloop kwam.
Harvey heeft veel eer ingelegd met zijn ontdekking. Het zou hem ongetwijfeld plezier hebben gedaan te vernemen dat ook economen door het idee van de bloedsomloop geïnspireerd zijn geraakt. Rond het midden van de achttiende eeuw, meer dan honderd jaar na Harvey’s ontdekking, kwam een aantal Franse filosofen op de gedachte dat het geld door de samenleving circuleerde op een manier die veel leek op de gang van het bloed door het menselijk lichaam.
Het was vast niet toevallig dat het een medicus was, de hofarts François Quesnay, die de overeenkomst tussen de bloed- en de geldcirculatie opmerkte. Hij maakte fraaie stroomdiagrammen van de (Franse) economie, die we — in sterk gewijzigde vorm uiteraard — nog steeds in onze leerboeken terugvinden.
Quesnay begon zijn economische kringloop bij de boeren. Zij verkochten hun producten aan de ambachtslieden en de grootgrondbezitters (de adel) en van de opbrengst moesten ze in leven zien te blijven. Hielden ze wat over, dan verhoogde de adel eenvoudig de pacht. Merk op dat er naast de boeren, de ambachtslieden en de adel geen andere maatschappelijke groeperingen in Quesnay’s schema voorkwamen. Een arbeidersklasse kwam pas in de negentiende eeuw op. Het geld dat de boeren voor hun producten ontvingen, ging precies op aan de aankoop van werktuigen bij de ambachtslieden en aan betalingen van pacht. Er was, net als bij de bloedsomloop, sprake van een gesloten kringloop.
Toch was er een verschil. Iemand kan natuurlijk gewond raken en bloed verliezen, maar deze akelige mogelijkheid daargelaten is de bloedsomloop in principe gesloten. Dat was met Quesnay’s geldomloop ook wel het geval, maar toch kunnen er in de economie gemakkelijker ‘lekkages’ optreden. De adel kan bijvoorbeeld besluiten, met de Franse Revolutie voor de deur, de ontvangen pacht gedeeltelijk over te boeken naar het buitenland. De kringloop krimpt dan in omdat de vraag naar goederen en daarmee de productie afneemt. Het was in de jaren dertig van de vorige eeuw tijdens de Grote Depressie dat we hardhandig met deze mogelijkheid zijn geconfronteerd.
Economie in Beelden