Recensies



Basic Income: And How We Can Make It Happen


Guy Standing
ISBN 978-0-141-98548-0
Penguin Random House, 2017, 374 blz., ongeveer € 10



De Engelsman Guy Standing zou je ‘mister basisinkomen’ kunnen noemen. Hij heeft veel geschreven over het basisinkomen en is oprichter van het BIEN, het Basic Income Earth Network. Daarnaast heeft hij gepubliceerd, in 2011, over het precariaat, samentrekking van precair en proletariaat. Hij ziet een onderklasse ontstaan, met tijdelijke en dus onzekere banen, lage inkomens en daardoor gevoelig voor populisten. Het is één van de redenen waarom hij een basisinkomen bepleit.

Zijn jongste boek handelt dus over het basisinkomen en Standing laat de lezer niet lang in het ongewisse van zijn eigen standpunt. Je kunt het boek beschouwen als een pleidooi om het basisinkomen in te voeren. Maar het moet gezegd dat Standing de tegenstanders van het basisinkomen ruim aan het woord laat komen. Weliswaar zitten ze er altijd naast, maar al met al krijg je toch een goed beeld van de discussies over het basisinkomen.

Allereerst: wat is het basisinkomen? Het is een vast bedrag dat door de overheid regelmatig, bijvoorbeeld elke maand, aan alle (legale) inwoners van een land wordt verstrekt. Het wordt betaald aan elk individu boven een bepaalde leeftijdsgrens; meestal wordt een leeftijd van 18 jaar aangehouden. De hoogte van de uitkering is onafhankelijk van de samenlevingsvorm, het maakt dus niet uit of iemand met anderen samenwoont of alleen woont. En het belangrijkste kenmerk: het basisinkomen is onvoorwaardelijk. Als je besluit dat je kunt leven van het basisinkomen en verder niets meer uitvoert, moet je dat zelf weten. Er wordt dus geen tegenprestatie van je verlangd.

Het basisinkomen lijkt dus wel wat op onze AOW, dat ook onvoorwaardelijk is. Maar er is wel een verschil: twee samenwonende gepensioneerden krijgen niet twee maal de AOW voor alleenstaanden, maar ongeveer anderhalf keer zo veel. Een basisinkomen zoals Standing dat bepleit is echt individueel.

Hoe hoog moet het basisinkomen zijn? Veel voorstanders bepleiten een inkomen waarvan je net kunt leven, op het minimum dus. Denk aan zo'n € 10.000 per jaar. Standing laat zich er niet direct over uit. Hij bepleit een begin met een veel lager bedrag en vervolgens een geleidelijke toename. In juni 2016 werd in Zwitserland een referendum gehouden over de invoering van een basisinkomen. Niet door de initiatiefnemers, maar door anderen werd een maandelijke uitkering gesuggereerd van 2.500 Zwitserse francs, tegen de huidige koers zo'n € 2.150. De initiatiefnemers zelf lieten zich niet uit over een bedrag. De vrij absurde hoogte van het bedrag ging een eigen leven leiden en was waarschijnlijk een belangrijke oorzaak voor de verwerping van het initiatief.

Waarom zou je een basisinkomen invoeren? Standings belangrijkste argument: een basisinkomen is geen liefdadigheid, maar een recht. Het is een kwestie van social justice. Elk individu heeft recht op een 'sociaal dividend'. De planeet waarop wij wonen, levert een zekere collectieve rijkdom ten gevolge van het bestaan van allerlei natuurlijke hulpbronnen. Daar komt bij dat onze voorouders technische en organisatorische middelen hebben ontwikkeld om die rijkdommen te ontsluiten, middelen die ook tot de collectieve erfenis horen. Elk individu, zonder uitzondering, zou daar zijn of haar deel van moeten ontvangen.

Ik laat Standing zelf aan het woord: “A basic income can thus be conceived as a social dividend paid from the collective wealth of society created and maintained by our ancestors and as a shared return on the commons and natural resourced that belong to all” (pagina 27).

Zo gesteld doen andere argumenten voor het basisinkomen er minder toe. Natuurlijk, een basisinkomen verschaft vrijheid. De vrijheid om een baan te weigeren die je niet bevalt, de vrijheid om op kleine schaal een eigen onderneming te beginnen, de vrijheid om relatie te beëindigen, de vrijheid om je af en toe over te geven aan luiheid. Nog een argument: een basisinkomen kan een bijdrage leveren aan een meer gelijkmatige inkomensverdeling, om zo de populisten de wind uit de zeilen te nemen. Standing gaat nog even door met argumenten, maar naast het social justice-argument lijken ze eerder positieve neveneffecten dan zelfstandige redenen.

Instructief is ook het hoofdstuk over de ‘standaard-bezwaren’ tegen het basisinkomen. Standing noemt er maar liefst twaalf, die uiteindelijk allemaal weerlegd worden. Een basisinkomen is geld voor mensen die er niets voor doen (is juist de bedoeling), een basisinkomen wordt toch maar uitgegeven aan alcohol en sigaretten (wordt weerlegd door de enkele experimenten die zijn gedaan), een basisinkomen lokt immigratie uit (hoeft niet bij goede regels). Maar het voornaamste bezwaar heeft betrekking op de betaalbaarheid. Kan een land zich een basisinkomen veroorloven?

Allerlei berekeningen ‘op de achterkant van een sigarendoosje’ laten zien dat een basisinkomen waar men van kan rondkomen, onbetaalbaar is. Stel dat er 13,5 miljoen Nederlanders zijn van 18 jaar en ouder, die elk € 10.000 per jaar krijgen, dan komen we op een jaarlijks bedrag van € 135 miljard. Dat is ongeveer de helft van de huidige overheidsbegroting. Natuurlijk kunnen we een aantal andere uitgaven schrappen, zoals de bijstand en de AOW. Maar veel andere uitgaven in de sociale zekerheid niet, zoals de kinderbijslag of uitgaven in geval van bijzondere ziektekosten. En Standing geeft zelf toe dat een basisinkomen geen oplossing is voor woonkostensubsidies.

Toch blijft Standing optimistisch. Hij wijst erop dat bij dit soort berekeningen vrijwel altijd vergeten wordt dat het basisinkomen door hogere inkomens ontvangen, via de belasting voor een deel weer terugvloeit in de schatkist. Verder kan de administatieve regelzucht sterk verminderd worden. Minder sterk is Standings opmerking dat bezuinigd kan worden op nucleaire raketten (hij spreekt over het VK) en belastingvoordeeltjes voor grote bedrijven. Dat kan natuurlijk, maar zo kun je altijd een basisinkomen financieren.

Zijn er alternatieven voor het basisinkomen? Standing maakt zich er niet van af en noemt er maar liefst tien. De lezer begrijpt dat deze alternatieven niet in de schaduw van het basisinkomen kunnen staan en eigenlijk allemaal mislukkingen zijn. Eén van de bekendste is de negatieve inkomstenbelasting, ooit door hardcore kapitalist Milton Friedman voorgesteld. Deze oplossing zou de omvang van de overheid namelijk sterk verkleinen.

Ondanks dat Basic Income van Guy Standing een sterk gekleurd pleidoooi is, kan ik het toch aanbevelen. Voor voorstanders van het basisinkomen is het een nuttig en tamelijk compleet overzicht. Tegenstanders of twijfelaars op dit punt krijgen niettemin een goed beeld van de discussies rond het basisinkomen. Zoals gezegd, Standing maakt zich niet van zijn politieke tegenstanders af en geeft ze alle ruimte.


Recensies