Recensies



Wat wij kunnen leren van economen die (bijna) niemand meer leest


Irene van Staveren
Boom, 2016, 249 pagina's, € 22,50



2016

Kenmerkend citaat uit het boek van Irene van Staveren: “Want de economie is veel te belangrijk om aan één theorie over te laten.” Van Staveren is dan ook hoogleraar pluralistische ontwikkelingseconomie in Rotterdam. Haar boek is een volgehouden poging zich te verzetten tegen de dominantie van de neoklassieke theorie, waarnaast ze vervolgens een aantal minder courante, maar zeker niet minder interessante theorieën plaatst.

Voordat u verder leest zou u wat youtube-filmpjes kunnen bekijken, waarin Van Staveren haar standpunt uiteenzet. Want gevoel voor marketing heeft ze wel. Op vimeo.com en op mejudice.nl licht ze haar standpunt op een verhelderende manier toe.

De meeste docenten economie, zeker de ouderen onder ons, zijn opgeleid met de neoklassieke theorie. In mijn tijd werd die wel de neoklassiek-keynesiaanse synthese genoemd, maar Keynes zou zichzelf nauwelijks herkend hebben in de manier waarop zijn theorie werd ‘ingepakt’ met behulp het befaamde keynesian cross en het ISLM-model, waaruit alle onzekerheid en verwachtingen waren verdwenen. Het was een opleiding met een prettige overzichtelijkheid: micro-economie, macro-economie, monetaire economie, overheidsfinanciën en internationale betrekkingen. En dat alles verpakt in veel wiskunde, modellen en statistiek.

Van Staveren verzet zich tegen deze eenzijdige aanpak. Ze maakt daarbij behartenswaardige opmerkingen over het economieonderwijs, niet alleen aan de universiteit, maar ook in het voortgezet onderwijs. Dat onderwijs zou zich niet moeten laten leiden door één benadering, maar studenten en leerlingen kennis moeten laten maken met een veelheid aan inzichten en theorieën. In elk geval zou er veel meer aandacht moeten komen voor economische geschiedenis en geschiedenis van het economisch denken. Sla een willekeurige inleiding in, bijvoorbeeld, de sociologie open en je wordt direct geconfronteerd met een diversiteit van opvattingen en met de geschiedenis ervan. Handboeken economie doen alsof er slechts één benadering is, een benadering bovendien die uit de lucht is komen vallen en geen geschiedenis kent. Ook de economische werkelijkheid heeft zich kennelijk niet ontwikkeld tot wat ze nu is en heeft er altijd zo uitgezien.

Verzet tegen de dominantie van de mainstream economics is uiteraard niet genoeg. Er moet ook iets tegenover geplaatst worden. Dat doet wat Van Staveren in dit boek. Ze heeft tien economen uitgezocht, die ze koppelt aan benaderingen die buiten de neoklassieke theorie om tot nieuwe inzichten proberen te komen. Deze economen zijn Karl Marx, Hyman Minsky, John Maynard Keynes, Frank Knight, Barbara Bergmann, Thorstein Veblen, Amartya Sen, Gunnar Myrdal, Adam Smith en Joan Robinson. Toch wel enigszins verrassend om Adam Smith, die algemeen erkend wordt als de vader van de economische wetenschap, in dit rijtje opgenomen te zien worden. Van Staveren leest Smith dan ook  breder dan alleen de onzichtbare hand, die zo efficiënt de productiemiddelen naar de meest doelmatige aanwending dirigeert.

De opzet per econoom is steeds dezelfde. In het centrum van de behandeling staat steeds de economische crisis die in 2008 begon als kredietcrisis en die verder ging als bankencrisis, eurocrisis en ten slotte als een crisis in de reële economie. Eerst wordt een probleem geschetst, dan komt het voornaamste inzicht van de econoom in kwestie aan de orde,  vervolgens een paar biografische gegevens over de betreffende econoom en ten slotte enkele praktische maatregelen om het probleem te bestrijden. Die indeling is eerlijk gezegd een beetje gekunsteld en ook niet direct nodig, maar stoort verder niet.

Om een indruk te geven van deze aanpak een korte samenvatting van het hoofdstuk over Karl Marx. Eerst geeft Van Staveren een korte schets van de gebeurtenissen volgend op de val van Lehman Brothers, inclusief het uiteenspatten de luchtbellen op de aandelen- en huizenmarkt. Dan volgt de constatering dat financiële crises een inherent onderdeel van kapitalistische economieën zijn. Dit soort crises is niet het gevolg van externe schokken, maar horen nu eenmaal bij het soort economie dat we hebben. Hoe heeft Marx de instabiliteit van het kapitalisme geanalyseerd? Het zijn vooral twee principes die hier een rol spelen, de accumulatie van kapitaal en het feit dat kapitaal arbeid inhuurt en niet andersom. Beide leiden tot steeds grotere ongelijkheid (zie het werk van de Franse econoom Thomas Piketty). Waarom deze dynamiek moest leiden tot het soort crisis als in 2008 maakt Van Staveren echter niet goed duidelijk. Ook de alternatieven die ze voor het kapitalisme noemt, coöperatieve bedrijven en crowd funding, overtuigen niet direct.

Dit boek is een afgeleide van een leerboek dat Van Staveren onlangs publiceerde, Economics After the Crisis: An Introduction to Economics from a Pluralist and Global Perspective. Dit leerboek is, zoals Van Staveren zelf zegt, geschreven uit kwaadheid. We hebben zojuist een crisis achter de rug, een crisis die het failliet van een bepaald mensbeeld en daarmee van een bepaald soort theorie liet zien. Besluiten worden niet genomen door een rationeel calculerende homo economicus, maar door mensen van vlees en bloed in een situatie van onzekerheid. Je zou dan verwachten dat het economieonderwijs daar lering uit trekt. Maar aan de opleiding van studenten is weinig veranderd, ze nemen dezelfde studieboeken tot zich als vóór de crisis. Sterker, een nieuw type leerboek bestond helemaal niet. Daarom besloot Van Staveren er zelf maar één te schrijven.

Wat wij kunnen leren van economen die (bijna) niemand meer leest is een soepel geschreven boek, een sympathiek betoog tegen de overheersing van één bepaald type economische theorie. Het geeft een goed overzicht van een aantal alternatieve benaderingen, toegepast op de ineenstorting van het financieel systeem in 2008. Een soepele stijl staat echter niet garant voor de nodige scherpte, zie de eerdere opmerking over het inzicht van Karl Marx. Een en ander neemt niet weg dat ik dit boek van harte kan aanbevelen aan iedereen die eens buiten de geijkte handboekeneconomie wil kijken.


Recensies